22 februari 2018
Raadsbijdrage kadernotitie subsidiebeleid 2018 - 2022
MwdVz,
Er zijn van die onderwerpen waarbij het maar niet lijkt te willen lukken. Subsidie is zo’n onderwerp. In 2010 bespraken we het rapport van de rekenkamer over het subsidiebeleid en de hoofdconclusie toen was dat de gemeente Ridderkerk zich nog kon verbeteren op het gebied van subsidieverlening. Deze conclusie werd toen door zowel raad als college onderschreven.
In januari 2014 hebben wij een kadernotie subsidiebeleid en een subsidie verordening besproken en vastgesteld. Nu ligt een nieuwe kadernotitie voor. Waarin veel goede en nuttige zaken staan en waarin ook de volgende aandachtspunten worden benoemd (ik noem er een paar) :
- Subsidies worden niet voldoende verleend op basis van maatschappelijke doelstellingen;
- De rol van het subsidie instrument in de beleidscyclus is onduidelijk
- Subsidies worden niet altijd verleend op basis van inhoudelijk voorwaarden;
- Het proces van subsidieverlening is niet beschreven;
En zo zijn er nog een aantal serieuze aandachtspunten. En voorzitter laat het duidelijk zijn het is goed dat deze aandachtspunten in kaart zijn gebracht en benoemd en dat een plan van aanpak ter verbetering is opgesteld. Maar ons bekruipt wel de vraag hoe het kan dan na een kritisch rapport van de rekenkamercommissie in 2010 en een uitgebreide behandeling in 2014 in 2018 toch nog deze – niet de minste – aandachtspunten aan het licht komen.
Dan nog iets over de subsidie verordening. Bij vaststelling van de verordening in 2014 heeft de SGP-fractie samen met de CU en de VVD een amendement ingediend waarmee aan artikel 3 een tweede lid werd toegevoegd waarin werd geregeld dat subsidieregelingen nadat ze door het college zijn vastgesteld ter kennisname worden aangeboden aan de raad. Het college bij monde van wethouder Den Ouden vond het amendement overbodig omdat in de commissie reeds was toegezegd dat subsidieregelingen aan de raad ter kennisname zouden worden aangeboden – en u weet inmiddels hoe we hier met toezeggingen omgaan – maar hij moest ook beamen dat borging in de verordening iets hechter is. Dit amendement is in 2014 door deze raad unaniem aangenomen. U begrijpt wellicht mijn verbazing dat de toen met het amendement bewerkte wijziging in de huidige verordening weer ongedaan is gemaakt.
Voorzitter, vragen daarover hadden in de commissie gesteld moeten worden. Dat realiseren wij ons terdege. En de maat die wij anderen aanmeten betrekken wij ook op ons zelf. We gaan hierover dan ook geen vragen meer stellen in deze raadsvergadering. Dat neemt niet weg dat als de wethouder behoefte voelt om deze wijziging toe te lichten dat wat ons betreft natuurlijk gewaardeerd wordt. Ik heb het amendement van 2014 vanavond weer bij me. Mocht het nodig zijn dan…….