11 december 2014

Inbreng Verordeningen Participatiewet en Wwb-maatregelen 2015

Mw.d.Vz.,

 

Vandaag behandelen we als laatste van drie decentralisaties de Participatiewet. In totaal een zestal verordeningen, waarvan we ons vanavond tot de hoofdlijnen zullen beperken. Belangrijkste hoofdlijnen zijn wat de SGP betreft:

 

  • Participeren is belangrijk voor iedereen;

  • Van wie wordt ondersteund bij het vinden van werk en het voorzien in de kosten van levensonderhoud wordt een tegenprestatie gevraagd;

  • Wie misbruik maakt of niet wil participeren wordt stevig aangepakt.

 

Participeren in de vorm van arbeid verrichten is van grote waarde voor iedereen. Allereerst is arbeid vaak (maar niet altijd) een middel om inkomsten te verkrijgen om in het levensonderhoud te voorzien. Daarnaast biedt het mensen de kans zichzelf te ontplooien en deel te nemen aan sociale verbanden, draagt het bij aan zelfrespect en geeft het een zinvolle invulling aan het dagelijks leven. Het voorgaande maakt wel duidelijk waarom participatie voor iedereen belangrijk is. In lijn daarmee is het van groot belang dat zij die om wat voor reden dan ook tijdelijk niet kunnen participeren en niet in staat zijn zelfstandig hun weg naar de arbeidsmarkt weer te vinden, daarbij geholpen worden. De Re-integratieverordening biedt daartoe tal van voorzieningen. Daarbij is het goed dat bij de diverse voorzieningen ook rekening wordt gehouden met de verschillen die burgers kunnen hebben in afstand tot de arbeidsmarkt. In veel gevallen (zo niet altijd) is maatwerk geboden. Het is daarom wellicht nog niet zo verkeerd dat deze taak bij de gemeente, als overheid die het dichts bij de burger staat, wordt ondergebracht.

In dit kader mogen de ondernemingen ook niet ongenoemd blijven. Hoewel de gemeente ook werkgever is, zullen veel re-integratieplaatsen door bedrijven moeten worden ingevuld. Dat verdient onze waardering zeker als dat zonder direct economisch belang wordt gedaan. Het is goed dat daarvoor instrumenten als een no-riskpolis, jobcoaches en loonkostensubsidies beschikbaar zijn. Een goede verhouding tussen gemeente en ondernemers kan hier wellicht ook positief aan bijdragen.

 

Dan de tegenprestatie. Wat de SGP betreft is er helemaal niets mis mee om van hen die bij de gemeente om ondersteuning vragen, ook te vragen daarvoor in redelijkheid iets terug te doen. Dit geldt temeer als dit ook nog eens bijdraagt aan de kansen op de reguliere arbeidsmarkt. Het zal duidelijk zijn dat ieder geval er één apart is, waarbij duizend en één verschillende situaties zijn te bedenken (wat ik nu dus niet ga doen) waarbij een tegenprestatie voor dat moment niet of in  mindere mate gevraagd kan worden.  In dat kader is het goed dat het college bij het opdragen van een tegenprestatie o.a. rekening houdt met de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een belanghebbende. De kaders die door de landelijke wetgever voor de tegenprestatie zijn gesteld zijn helder. De vraag is wel hoe deze in de praktijk van alledag worden toegepast. De tegenprestatie mag niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Hoe houden we er grip op dat dit ook echt niet gebeurt, ook niet op langere termijn. Daarnaast is de tegenprestatie wel verplicht, maar mag er geen sprake zijn van dwang. Hoe om te gaan met iemand die bij iedere tegenprestatie wel weer een reden bedenkt waarom die tegenprestatie voor hem of haar niet geschikt is?

 

Dat brengt ons als vanzelf bij het punt van de misbruik. Misschien dat misbruik in deze wel niet de juiste term is en dat we beter kunnen spreken over onverantwoordelijk gedrag. Desalniettemin is het eigenlijk bijzonder dat het nodig is een aparte verordening te hebben voor die gevallen waarin men wel aanspraak maakt op een gemeentelijke voorziening, maar daarna niet doet wat in relatie tot die voorziening van hem of haar wordt gevraagd. Nu zal het duidelijk zijn dat dit maar een beperkte groep betreft en moeten we er voor waken dat mensen onbedoeld of wegens onwetendheid verwijten worden gemaakt. Toch kunnen we niet ontkennen dat er ook mensen zijn die bewust verplichtingen verzuimen. In die gevallen zijn maatregelen zeker op zijn plaats. Daarom is het wat de SGP betreft dan ook geen probleem dat in de afstemmingsverordening zwaardere maatregelen mogelijk worden gemaakt. Wel vragen wij het college bij het opleggen van maatregelen nadrukkelijk de gezinssituatie in het oog te houden met name bij gezinssituaties met kinderen. Hoewel ook dát aspect in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van degene die zijn of haar verplichting niet nakomt. De SGP pleit ervoor dat wanneer burgers hun verplichtingen jegens zijn of haar gezin laten versloffen door niet te participeren , dit onverantwoordelijke gedrag er niet toe mag leiden dat de leefsituatie van m.n. kinderen onder een leefbaar niveau belandt.

 

Wij danken het platform voor de minima voor hun input. Het heeft ons aan het denken gezet en mede geleidt tot de motie die wij vanavond indienen. We merken de laatste tijd dat het minimabeleid regelmatig - al dan niet zijdelings - ter sprake komt. Met het oog daarop en gelet op het feit dat voor 2015 het minimabeleid op de bestuurlijke agenda staat dienen wij vanavond een motie in om begin 2015 eerst fundamenteel met elkaar van gedachten te wisselen over het minimabeleid, voordat het college een nieuw beleid aan de raad ter vaststelling zal voorleggen.

 

Ten slotte Mw.d.Vz.

 

Iedereen doet er toe en iedereen mag meedoen. Waar dat meedoen niet als vanzelf gaat, bieden de voorliggende verordeningen ruime mogelijkheden dit meedoen te faciliteren. Echter dient er wel zodanig gefaciliteerd te worden dat maximaal wordt aangesloten op de mogelijkheden die mensen zelf hebben.

De SGP fractie kan instemmen met de voorliggende verordeningen.