26 mei 2023
Bijdrage Verweij tijdens participatiedebat
Voorzitter,
Het is met de burgerparticipatie in ons dorp zorgwekkend gesteld. Althans, als we de rekenkamer mogen geloven. In de achterliggende weken hebben we kennis kunnen nemen van het rekenkamerrapport waarin de burgerparticipatie in Ridderkerk over de afgelopen jaren wordt geëvalueerd en beoordeeld.
Hoe hebben we dit onderzoek te duiden? De SGP-fractie heeft grote moeite met de kwaliteit van het onderzoek. Het wetenschappelijk niveau is bedenkelijk. Niet alleen is de steekproefgrootte van het onderzoek zeer beperkt; de vraag is ook in hoeverre dit rapport representatief is met slechts twee bouwprojecten als onderwerp van onderzoek.
Dit neemt niet weg dat de conclusies van het rapport een kern van waarheid kunnen bevatten. De SGP-fractie neemt de aanbevelingen van de rekenkamer daarom wel degelijk serieus. Wat ons betreft ligt aan dit dossier echter een meer fundamentele vraag ten grondslag. Voordat ik op deze vraag inga nog wel het volgende. Wat de SGP betreft is het goeddat de raad reflecteerd op het functioneren van de rekenkamer. Wij als raad hebben hierin een verantwoordelijkheid. Spelen wij voldoende budget vrij voor de rekenkamer? Vragen wij niet te veel onderzoek? Zijn onze onderzoeksvragen voldoende duidelijk omschreven? 21 maart is in een gezamenlijke bijeenkomst met de rekenkamer een begin gemaakt om naar dit soort vragen te kijken, maar een vervolg op deze bijeenkomst mag niet uitblijven.
Terug naar de fundamentele vraag die ik al aankondigde. De iedere vier jaar terugkerende verkiezing van de raad door de kiezer is in ons dorp het feest van de democratie. De kiezer geeft ons als gemeenteraad een mandaat om beslissingen te nemen. Wij zijn dus de eerste representant van de inwoners. Wat de SGP-fractie betreft ligt er daarom voor de raad een fundamentele taak om de wensen van onze achterbannen - ongeacht politieke kleur - representatief te verwerken in concreet beleid.
Hoewel de volksvertegenwoordiging beslist een dienend karakter moet hebben, is het in die context wel de vraag in hoeverre het wenselijk is dat de burger voor iedere beslissing van het gemeentebestuur geconsulteerd wordt. En betekent dit dan ook dat participatie niet geslaagd is als de burger uiteindelijk zijn zin niet krijgt? Een bijkomende complexiteit is het feit dat het doorgaans simpelweg niet mogelijk is om iedereen tevreden te stellen. Wensen van betrokkenen staan vaak diametraal tegenover elkaar. Is het geen fraaie gedachte dat juist in zulke dilemma’s de raad bevoegdheid heeft het pleit te beslechten en richting geeft?
Kortom, u merkt het, voorzitter, de SGP-fractie worstelt met de vraag hoe wij in de nieuwe situatie – als de omgevingswet is ingevoerd – de burgerparticipatie vorm moeten geven. Ook de rekenkamer geeft aan dit niet helemaal te weten, en nodigt ons als raad uit om te debatteren over deze vraag. Wat ons betreft een goed idee. Ons uitgangspunt is dat participatie in het licht van het hiervoor geschetste beeld nooit meer kan zijn dan het inventariseren van wensen. Wat de SGP betreft zijn een aantal voorwaarden voor burgerparticipatie glashelder. Ik geef ze u graag mee:
1) Om te komen tot een geslaagde vorm van burgerparticipatie is een duidelijk verwachtingsmanagement richting de inwoners essentieel
2) Burgerparticipatie mag niet leiden tot een vervaging van raadsbevoegdheden en een vertraging van processen
3) Een vlotte afhandeling van aanvragen van inwoners is een must; wij staan voor een slanke, wendbare en efficiënte overheid
4) Een open, toegankelijke, betrokken en servicegerichte overheid is wat ons betreft het doel van de gemeente Ridderkerk.
Graag gaan wij in de tweede termijn met u als raad in debat om te bezien hoe naar het rapport van de rekenkamer wordt gekeken. Wij vragen het college de input mee te nemen in het proces wat reeds loopt om te komen tot een nieuwe vorm van wijkparticipatie.